Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Besen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besen (Duits) in het Zweeds

Besen:

Besen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Besen (Feger)
    sopkvast
  2. der Besen
    borste
    • borste zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Besen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borste Besen Bürste; Haarbürste; Haube; Schleifkontakt; Tolle
sopkvast Besen; Feger Ginster

Synoniemen voor "Besen":

  • Auskehrer; Bartwisch

Wiktionary: Besen

Besen
  1. ein Anschlagmittel aus gebündelten Strahldraht beim Schlagzeug und anderen Perkussionsinstrumenten
  2. Arbeitsgerät zur Reinigung, auf welchem Borsten (aus Tierhaar oder Kunststoff) auf einem Träger, Schaft (aus Holz, Kunststoff oder Metall) aufgebracht und das mit einem Stiel versehen ist; in der einfachsten Form Reisigbündel, Rutenbündel oder Strohbündel mit oder

Cross Translation:
FromToVia
Besen borste broom — sweeper in curling
Besen borste; kvast broom — domestic utensil
Besen kvast; sopkvast bezem — een huishoudelijk voorwerp om stof en vuil bij elkaar te vegen
Besen kvast; sopkvast balai — Outil fait d’une nappe souple