Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Beistrich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Beistrich (Duits) in het Zweeds

Beistrich:

Beistrich [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Beistrich (Komma)
    decimalkomma

Vertaal Matrix voor Beistrich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decimalkomma Beistrich; Komma

Synoniemen voor "Beistrich":


Wiktionary: Beistrich

Beistrich
noun
  1. Linguistik, vor allem in Österreich geläufig: das Satzzeichen „,“ (das Komma), das der Syntax Gliederung von Satz dient

Cross Translation:
FromToVia
Beistrich komma comma — Punctuation mark ','