Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Befund:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Befund (Duits) in het Zweeds

Befund:

Befund [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Befund (Beobachtung; Erkenntnis; Erfahrung)
    erfarenhet; upplevelse

Vertaal Matrix voor Befund:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfarenhet Befund; Beobachtung; Erfahrung; Erkenntnis Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis; Geübtheit; Praxis; Routine
upplevelse Befund; Beobachtung; Erfahrung; Erkenntnis Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erfarenhet bewandert; erfahren; erfahrungsgemäß; fachmännisch; geschult; geübt; kundig; sachverständig; tüchtig

Synoniemen voor "Befund":


Wiktionary: Befund

Befund
noun
  1. Ergebnis einer Prüfung, eines Tests, Bericht darüber

Cross Translation:
FromToVia
Befund resultat résultat — Ce qui résulter, ce qui s’ensuivre d’une délibération, d’un principe, d’une opération, d’un événement, etc.