Duits
Uitgebreide vertaling voor Beenden (Duits) in het Zweeds
Beenden:
-
Beenden
-
Beenden (Anruf beenden)
Avsluta samtal-
Avsluta samtal werkwoord
-
Vertaal Matrix voor Beenden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avsluta | Abkriegen; Beenden | |
flyttnade | Beenden; Beendigen | |
flyttning | Beenden; Beendigen | Durchfluß; Spülung |
göra färdigt | Abkriegen; Beenden | Abbauen |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Avsluta samtal | Anruf beenden; Beenden | |
avsluta | abmachen; abschließen; aufessen; aufhören; aufwickeln; aufwinden; aufzehren; ausbekommen; aushaben; auskriegen; beenden; enden; ergehen; erledigen; essen; fertig bringen; fertigbringen; fertigmachen; fertigstellen; herunterfahren; hingelangen; hinkommen; komplettieren; speisen; verspeisen; vervollkommnen; vervollständigen; verzehren; vollbringen; vollenden; zu Ende sein; zuendespielen | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Avsluta | Beenden |