Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bedienung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bedienung (Duits) in het Zweeds

Bedienung:

Bedienung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bedienung (Service)
    servering; betjäning
  2. die Bedienung (Angestellten; Personal)
    anställda; personal; arbetare

Vertaal Matrix voor Bedienung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anställda Angestellten; Bedienung; Personal
arbetare Angestellten; Bedienung; Personal Arbeiter; Arbeitskraft; Lohnarbeiter
betjäning Bedienung; Service
personal Angestellten; Bedienung; Personal Angestellten; Arbeitskraft; Personal
servering Bedienung; Service Ausflugslokal; Ausschank; Ausspannung; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Krug; Schankwirtschaft; Schenke; Wirtshaus; Wirtsstube

Synoniemen voor "Bedienung":


Wiktionary: Bedienung

Bedienung
noun
  1. Handlung, bei der man ein Gerät oder eine Maschine benutzen / verwenden
  2. Person, die [1] erbringen
  3. ServiceLeistung einer Person für eine andere

Computer vertaling door derden: