Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bauplan:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bauplan (Duits) in het Zweeds

Bauplan:

Bauplan [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bauplan
    byggnadsprojekt; byggnadsplan
  2. der Bauplan
    byggnadsplan

Vertaal Matrix voor Bauplan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byggnadsplan Bauplan Lageplan; Lageskizze
byggnadsprojekt Bauplan

Synoniemen voor "Bauplan":

  • Lieferplan; Montageplan

Wiktionary: Bauplan

Bauplan
noun
  1. Entwurf für etwas, das gebaut werden soll
  2. Plan/Vorsatz, etwas zu bauen