Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Bändchen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bändchen (Duits) in het Zweeds

Bändchen:

Bändchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bändchen (Heft; Büchlein)
    häfte; kompendium
  2. Bändchen
    band; ordensband

Vertaal Matrix voor Bändchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
band Bändchen Affinität; Anschluß; Band; Besatz; Beschlag; Beziehung; Bindfäden; Bindung; Blaskapelle; Borte; Bänder; Bündnis; Einheitlichkeit; Fanfare; Farbband; Farbbänder; Gebundenheit; Gemeinschaft; Harmonie; Inforegister; Kante; Kapellen; Kassette; Krempe; Leiste; Magnetband; Rand; Saum; Schnürchen; Schnüre; Seile; Spielmannszug; Streifen; Tonband; Tragriemen; Tresse; Verband; Verbindung; Zusammenhang
häfte Bändchen; Büchlein; Heft
kompendium Bändchen; Büchlein; Heft
ordensband Bändchen