Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Auszahlung

Vertaal Auszahlung van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Auszahlung:
- socialförsäkring; betalning; socialbidrag
Wiktionary:
- Auszahlung → utbetalning

Duits

Uitgebreide vertaling voor Auszahlung (Duits) in het Zweeds

Auszahlung:

Auszahlung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Auszahlung (Sozialhilfe)
socialförsäkring
- socialförsäkring [-en] zelfstandig naamwoord
die Auszahlung
betalning
- betalning [-en] zelfstandig naamwoord
die Auszahlung (Sozialhilfe; Unterstützung; Förderung; Hilfe; Fürsorge; Hilfsmittel; Beistand)
socialbidrag
- socialbidrag [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Auszahlung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
betalning	Auszahlung	Abrechnung; Abtragen; Abzahlen; Anschütten; Anschüttung; Arbeitslohn; Begleichung; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Genugtuung; Ladung; Leistung; Lohn; Monatslohn; Verdienst; Zahlen; Zahlung
socialbidrag	Auszahlung; Beistand; Förderung; Fürsorge; Hilfe; Hilfsmittel; Sozialhilfe; Unterstützung	Beistand; Familienhilfe; Fürsorge; Sozialhilfe; Stütze; Unterstützung
socialförsäkring	Auszahlung; Sozialhilfe

Synoniemen voor "Auszahlung":

Ausschüttung

Wiktionary: Auszahlung

Auszahlung

noun

das überreichen von Geld oder anderen Zahlungsmitteln für eine erbringen Gegenleistung
- Auszahlung → utbetalning