Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Aussuchen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aussuchen (Duits) in het Zweeds

Aussuchen:

Aussuchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aussuchen (Selektieren)
    välja
    • välja [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aussuchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
välja Aussuchen; Selektieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
välja aufzehren; auslesen; auswählen; herauspicken; heraussuchen; optieren; selektieren; sichten; sieben; sortieren