Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Aussprechen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aussprechen (Duits) in het Zweeds

Aussprechen:

Aussprechen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aussprechen (Aussprechen zum Ende; Ausreden)
    tala färdigt; prata till punkt; prata till slut

Vertaal Matrix voor Aussprechen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prata till punkt Ausreden; Aussprechen; Aussprechen zum Ende
prata till slut Ausreden; Aussprechen; Aussprechen zum Ende
tala färdigt Ausreden; Aussprechen; Aussprechen zum Ende

Verwante vertalingen van Aussprechen