Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ausscheiden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausscheiden (Duits) in het Zweeds

Ausscheiden:

Ausscheiden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ausscheiden (Aufhören)
    stoppande
  2. Ausscheiden (Abtreten)
    avträdande; pensionering

Vertaal Matrix voor Ausscheiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avträdande Abtreten; Ausscheiden Ausscheidung; Austritt; Kündigung
pensionering Abtreten; Ausscheiden
stoppande Aufhören; Ausscheiden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avträdande abtretend; zurücktretend
stoppande stopfend; verstopfend

Synoniemen voor "Ausscheiden":