Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ausrutscher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausrutscher (Duits) in het Zweeds

Ausrutscher:

Ausrutscher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ausrutscher (Fehler begehen; Schnitzer unterlaufen)
    begå fel

Vertaal Matrix voor Ausrutscher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begå fel Ausrutscher; Fehler begehen; Schnitzer unterlaufen

Synoniemen voor "Ausrutscher":


Wiktionary: Ausrutscher

Ausrutscher
noun
  1. unerwarteter Fehlschlag, Misserfolg
  2. umgangssprachlich: unangebrachtes Benehmen, unangebrachte Bemerkung, Verstoß gegen Verhaltenskonventionen
  3. umgangssprachlich: Sturz, Ausgleiten auf einem glatten Untergrund