Duits

Uitgebreide vertaling voor Auskleidung (Duits) in het Zweeds

Auskleidung:

Auskleidung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Auskleidung (Polsterung; Verkleidung)
    stoppning; klädsel; hemtextil; gardintyg; stoppade möbler; möbeltyg; möbelstoppning

Vertaal Matrix voor Auskleidung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gardintyg Auskleidung; Polsterung; Verkleidung Gardinenstoff
hemtextil Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
klädsel Auskleidung; Polsterung; Verkleidung Ankleiden; Anlegen; Anziehen; Kleid
möbelstoppning Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
möbeltyg Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
stoppade möbler Auskleidung; Polsterung; Verkleidung
stoppning Auskleidung; Polsterung; Verkleidung Stopfarbeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stoppning stopfend