Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Aufrüstung

Vertaal Aufrüstung van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Aufrüstung:
- utrustning; rustning; bestyckning; beväpning
Wiktionary:
- Aufrüstung → uppgradering, upprustning

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufrüstung (Duits) in het Zweeds

Aufrüstung:

Aufrüstung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Aufrüstung (Bewaffnung)
utrustning; rustning; bestyckning; beväpning
- utrustning [-en] zelfstandig naamwoord
- rustning [-en] zelfstandig naamwoord
- bestyckning [-en] zelfstandig naamwoord
- beväpning [-en] zelfstandig naamwoord
die Aufrüstung
utrustning
- utrustning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufrüstung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestyckning	Aufrüstung; Bewaffnung
beväpning	Aufrüstung; Bewaffnung	Gewehr; Knarre; Pistole; Waffe
rustning	Aufrüstung; Bewaffnung	Rüstung
utrustning	Aufrüstung; Bewaffnung	Apparat; Apparatur; Arbeitsgerät; Ausrüstung; Ausrüstungsgegenstände; Ausrüstungsstück; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Ausstattungsstück; Gerät; Girlande; Handwerkzeug; Joch; Verzierung; Werkzeug; Zierde

Synoniemen voor "Aufrüstung":

Bewaffnung; Mobilmachung; Rüstung
Machtdemonstration; Säbelrasseln

Wiktionary: Aufrüstung

Aufrüstung

noun

mit weiteren Bauteilen, Möglichkeiten versehen
- Aufrüstung → uppgradering
Ausbau der militärischen Kapazitäten
- Aufrüstung → upprustning