Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Auflegung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Auflegung (Duits) in het Zweeds

Auflegung:

Auflegung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Auflegung (Auflage; Druck; Spannung; Zwang; Last)
    upplaga
    • upplaga [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Auflegung (Band; Bund; Auflage; )
    volym
    • volym [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Auflegung (Lautstärke; Spalte; Binde; )
    ljudnivå

Vertaal Matrix voor Auflegung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ljudnivå Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bande; Binde; Bindung; Decke; Diele; Lautstärke; Spalte; Spannung Lautstärke; Lärmpegel; Volumen
upplaga Auflage; Auflegung; Druck; Last; Spannung; Zwang Ausgabe; Fassung; Folge; Version
volym Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bund; Druck Inhalt; Lautstärke; Volume; Volumen