Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Anwärter

Vertaal Anwärter van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Anwärter:
- volontär; frivillig; frivilliga; sökande
- sökande; applikanter; kandidater
Wiktionary:
- Anwärter → tronarvinge, aspirant, kandidat

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anwärter (Duits) in het Zweeds

Anwärter:

Anwärter [der ~] zelfstandig naamwoord

der Anwärter (Freiwilliger; Freiwillige; Volontär; Praktikant)
volontär; frivillig
- volontär [-en] zelfstandig naamwoord
- frivillig zelfstandig naamwoord
der Anwärter (Volontaire)
frivilliga
- frivilliga zelfstandig naamwoord
der Anwärter (Aspirant)
sökande
- sökande [-en] zelfstandig naamwoord

Anwärter [die ~] zelfstandig naamwoord

die Anwärter (Anfänger)
sökande; applikanter
- sökande [-en] zelfstandig naamwoord
- applikanter zelfstandig naamwoord
die Anwärter
kandidater
- kandidater zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anwärter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
applikanter	Anfänger; Anwärter
frivillig	Anwärter; Freiwillige; Freiwilliger; Praktikant; Volontär	Freiwillige; Freiwilligkeit; Selbstlosigkeit
frivilliga	Anwärter; Volontaire	Freikorps; Freiwilligenkorps
kandidater	Anwärter	Kanditaten
sökande	Anfänger; Anwärter; Aspirant	Antragsteller; Anwärterin; Bewerber; Bittende; Ersucher; Interessent; Kandidatur; Kanditat; Kanidatstellung; Mitbewerber; Suchen
volontär	Anwärter; Freiwillige; Freiwilliger; Praktikant; Volontär	Freiwillige
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frivillig		fakultativ; frei; freiwillig; informell; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; unverbindlich; wahlfrei; zwanglos

Synoniemen voor "Anwärter":

Aspirant; Assessor; Kandidat; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Bewerber

Wiktionary: Anwärter

Anwärter

noun

Bewerber auf eine Stelle beziehungsweise ein Amt
- Anwärter → tronarvinge; aspirant; kandidat