Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Anstalt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anstalt (Duits) in het Zweeds

Anstalt:

Anstalt [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anstalt (Instanz; Dienststelle; Einrichtung; Stelle; Amt)
    ämbetsverk; byrå; organisation

Anstalt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anstalt (Irrenanstalt; psychiatrische Klinik; Einrichtung; Nervenheilanstalt; Irrenhaus)
    mentalsjukhus

Vertaal Matrix voor Anstalt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byrå Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Kommode; Schubladenschrank
mentalsjukhus Anstalt; Einrichtung; Irrenanstalt; Irrenhaus; Nervenheilanstalt; psychiatrische Klinik Irrenanstalt; Irrenhaus
organisation Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Organisation
ämbetsverk Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Regierungsstelle; Schreibtisch; staatliche Anstellung

Synoniemen voor "Anstalt":


Wiktionary: Anstalt

Anstalt
noun
  1. (umgangssprachlich), veraltet auch abwertend: für psychiatrische Klinik
  2. eine Institution in öffentlicher Trägerschaft für bestimmte Dienstleistungen gegenüber Außenstehenden
  3. eine Einrichtung in öffentlicher Trägerschaft zur Unterbringung einer bestimmten Personengruppe; Heim