Duits
Uitgebreide vertaling voor Anfangen (Duits) in het Zweeds
Anfangen:
-
Anfangen (Anfang; Beginn; Eröffnung; Start; Einleitung)
-
Anfangen
-
Anfangen (Eingehen)
verkan görande; i kraft trädande-
verkan görande zelfstandig naamwoord
-
i kraft trädande zelfstandig naamwoord
-
-
Anfangen (Anstimmen; Einsetzen; Anheben; Angehen)
-
Anfangen (Anbrechen)
-
Anfangen (Einweihungszeremonie; Anstimmen)
öppningsritual-
öppningsritual zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Anfangen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
börja | Anfangen; Angehen; Anheben; Anstimmen; Einsetzen | |
början | Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start | Anfang; Anfangsstadium; Anlaufstadium; Beginn |
gryning | Anbrechen; Anfangen | Morgendämmerung; Morgenstunde |
i kraft trädande | Anfangen; Eingehen | Inkraftreten |
startande | Anfangen | Anfänger; Starter |
verkan görande | Anfangen; Eingehen | |
öppningsritual | Anfangen; Anstimmen; Einweihungszeremonie | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
börja | abheben; anfangen; anfangen zu arbeiten; anheben; antreten; aufnehmen; beginnen; einschalten; einsetzen; starten | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gryning | es tagt |
Computer vertaling door derden: