Affäre in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Affäre:
- förhållande; liaison; förbindelse; bindning; nära samband; affärer; angelägenhet; sak; affär
Wiktionary:
- Affäre → affär
- Affäre → affär, sak, orsak

Duits

Uitgebreide vertaling voor Affäre (Duits) in het Zweeds

die Affäre (Verhältnis; Verbindung; Abenteuer)
förhållande; liaison; förbindelse; bindning; nära samband
- förhållande [-ett] zelfstandig naamwoord
- liaison zelfstandig naamwoord
- förbindelse [-en] zelfstandig naamwoord
- bindning [-en] zelfstandig naamwoord
- nära samband zelfstandig naamwoord
die Affäre (Beziehung; Verbindung; Sache; Kopplung; Angelegenheit)
affärer
- affärer zelfstandig naamwoord
die Affäre (Sache; Angelegenheit; Frage)
angelägenhet; sak; affär
- angelägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- sak [-en] zelfstandig naamwoord
- affär [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affär	Affäre; Angelegenheit; Frage; Sache	Geschäft; Geschäfte; Handel; Laden; Transaktion; Verkauf; Vertrieb
affärer	Affäre; Angelegenheit; Beziehung; Kopplung; Sache; Verbindung	Angelegenehiten; Beschäftigungen; Geschäfte; Handel; Kommerzie; Tätigkeiten; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie
angelägenhet	Affäre; Angelegenheit; Frage; Sache	Angelegenheit; Dringlichkeit; Fall; Frage; Problem; Sache; Streitfrage
bindning	Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis	Begrenzung; Binden; Bindung; Grenze
förbindelse	Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis	Affinität; Allianz; Anschluß; Band; Berührung; Beziehung; Binde; Bindeglied; Bindung; Bündnis; Bürgschaft; Einheitlichkeit; Gebundenheit; Gemeinschaft; Kaution; Kombination; Konnex; Konnexion; Kontakt; Kontext; Kopplung; Linienverbindung; Prozession; Steuerfeder; Verband; Verbindung; Vertrag; Zusammenfügung; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß
förhållande	Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis	Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Gemeinschaft; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Zusammenhang
liaison	Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis
nära samband	Abenteuer; Affäre; Verbindung; Verhältnis
sak	Affäre; Angelegenheit; Frage; Sache	Angelegenheit; Fall; Frage; Grund; Problem; Sache; Streitfrage; Substanz; Ursache

Affäre

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Affäre	→ affär; sak	↔ affaire — choses qu’on a à discuter, à démêler avec quelqu’un
• Affäre	→ affär; sak; orsak	↔ cause — Ce qui fait qu’une chose est ou s’opère.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads