Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abzaunung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abzaunung (Duits) in het Zweeds

Abzaunung:

Abzaunung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abzaunung (Begrenzung)
    staket; stängsel
    • staket [-ett] zelfstandig naamwoord
    • stängsel [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abzaunung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
staket Abzaunung; Begrenzung Abtrennung; Balustrade; Bucht; Drahtgitter; Einzäunung; Gatter; Gitter; Gittertür; Gitterumzäunung; Gitterzaun; Gitterzäune; Umgitterung; Umzäunung; Vergitterung; Zaun
stängsel Abzaunung; Begrenzung Balustrade; Bucht; Einzäunung; Gittertür; Gitterumzäunung; Gitterzäune; Umgitterung; Umzäunung; Vergitterung; Zaun; vergitterung