Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abschneiden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschneiden (Duits) in het Zweeds

Abschneiden:

Abschneiden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abschneiden (Abknipsen; Abtrennen)
    klippa av; skära av

Vertaal Matrix voor Abschneiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klippa av Abknipsen; Abschneiden; Abtrennen
skära av Abknipsen; Abschneiden; Abtrennen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klippa av abhauen; abkappen; abschneiden; einkürzen; kürzen; kürzer machen; schneiden; verkleinern; verkürzen
skära av abhauen; abkappen; abschneiden; schneiden

Synoniemen voor "Abschneiden":