Abnehmen in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Abnehmen:
- borttagande; bortryckning; undanryckning; avtagande; minskande; bli svagare; bantning; hålla diet; diet; damma av; rynka

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abnehmen (Duits) in het Zweeds

Abnehmen (Entfernen; Amputieren)
borttagande
- borttagande zelfstandig naamwoord
Abnehmen
bortryckning; undanryckning
- bortryckning zelfstandig naamwoord
- undanryckning zelfstandig naamwoord
Abnehmen
avtagande
- avtagande zelfstandig naamwoord
Abnehmen
minskande; avtagande
- minskande zelfstandig naamwoord
- avtagande zelfstandig naamwoord
Abnehmen (Schwächer werden; Abfallen; Vermindern)
bli svagare
- bli svagare zelfstandig naamwoord
Abnehmen (Diät halten)
bantning; hålla diet
- bantning [-en] zelfstandig naamwoord
- hålla diet zelfstandig naamwoord
Abnehmen (Diät)
diet; bantning
- diet [-en] zelfstandig naamwoord
- bantning [-en] zelfstandig naamwoord
Abnehmen (Staub abnehmen; Abwischen)
damma av
- damma av zelfstandig naamwoord
Abnehmen (Gesichtsfalte; Falte; Leitung; Schnur; Kräuselung; Zeile; Gerade; Ende; Leine)
rynka
- rynka [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avtagande	Abnehmen	Abnahme; Abschwächung; Fallen; Niedergang; Rückgang; Schrumpfung; Schwundeffekt; Senkung; Sinken; Untergang; Verfall; Verminderung; Verringerung
bantning	Abnehmen; Diät; Diät halten
bli svagare	Abfallen; Abnehmen; Schwächer werden; Vermindern
bortryckning	Abnehmen
borttagande	Abnehmen; Amputieren; Entfernen
damma av	Abnehmen; Abwischen; Staub abnehmen
diet	Abnehmen; Diät	Diät
hålla diet	Abnehmen; Diät halten
minskande	Abnehmen	Abschwächung; Verminderung; Verringerung
rynka	Abnehmen; Ende; Falte; Gerade; Gesichtsfalte; Kräuselung; Leine; Leitung; Schnur; Zeile	Falte; Hautfalte; Runzel
undanryckning	Abnehmen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
damma av		abstauben; abwischen; aufpolieren; entstauben; polieren
rynka		kräuseln; runzeln
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avtagande		abnehmend; neigend; verblassend
bli svagare		schwächer werdend
minskande		abnehmend; sinkend