Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abkomme:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abkomme (Duits) in het Zweeds

Abkomme:

Abkomme [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Abkomme (Sproß; Nachkommenschaft; Sprößling; )
    ättling; avkomling

Vertaal Matrix voor Abkomme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avkomling Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig
ättling Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig Reis; junger Zweig

Synoniemen voor "Abkomme":


Wiktionary: Abkomme

Abkomme
noun
  1. veraltet, gehoben: leiblich von jemandem abstammende Person, Nachkomme, Nachfahre

Cross Translation:
FromToVia
Abkomme efterkomma scion — descendant
Abkomme avkomling; ättling; ättlägg descendant — famille|fr personne de la même famille et, d’une génération postérieure.

Computer vertaling door derden: