Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abhalten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abhalten (Duits) in het Zweeds

Abhalten:

Abhalten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abhalten
    hållande
  2. Abhalten (Hindern)
    hinder; stopp; avspärrning; förhindrande

Vertaal Matrix voor Abhalten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avspärrning Abhalten; Hindern Abdichtung; Abschluß; Absperrung; Aussperrung; Barrikade; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung; Verschluß; Versperrung
förhindrande Abhalten; Hindern
hinder Abhalten; Hindern Behinderung; Belästigung; Erschwerung; Hindernis; Hürde; Klippe; Störung; Unebenheit; Verhinderung; Zaum; Zügel
hållande Abhalten
stopp Abhalten; Hindern Hemmung; Sperrung; Stau; Stockung; Verkehrsstauung

Verwante vertalingen van Abhalten