Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Abhängigkeit

Vertaal Abhängigkeit van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Abhängigkeit:
- beroende; träldom; slaveri; livegendom; underordning
Wiktionary:
- Abhängigkeit → beroendeskap, avhängighet, beroende
- Abhängigkeit → beroende

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abhängigkeit (Duits) in het Zweeds

Abhängigkeit:

Abhängigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Abhängigkeit (Sucht)
beroende
- beroende [-ett] zelfstandig naamwoord
die Abhängigkeit (Knechtschaft)
träldom; slaveri; livegendom
- träldom [-en] zelfstandig naamwoord
- slaveri [-ett] zelfstandig naamwoord
- livegendom zelfstandig naamwoord
die Abhängigkeit (Untergebenheit; Unterordnung)
underordning
- underordning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abhängigkeit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beroende	Abhängigkeit; Sucht
livegendom	Abhängigkeit; Knechtschaft
slaveri	Abhängigkeit; Knechtschaft	Hörigkeit; Leibeigenschaft; Sklavenarbeit; Sklavenleben; Sklaverei
träldom	Abhängigkeit; Knechtschaft	Hörigkeit; Leibeigenschaft; Sklavenarbeit
underordning	Abhängigkeit; Untergebenheit; Unterordnung
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beroende		süchtig

Synoniemen voor "Abhängigkeit":

Beziehung; Bezug; Relation; Verbindung; Verhältnis; Verknüpfung; Wechselbeziehung; Zusammenhang; Abstraktion
Hörigkeit; Unmündigkeit; Unselbständigkeit
Abhängigkeitserkrankung; Laster; Sucht; Suchtverhalten; Missbrauch; riskanter Substanzkonsum
Interdependenz

Wiktionary: Abhängigkeit

Abhängigkeit

noun

Zustand, auf jemand oder etwas angewiesen zu sein
- Abhängigkeit → beroendeskap; avhängighet; beroende

Cross Translation:

From	To	Via
• Abhängigkeit	→ beroende	↔ addiction — the state of being addicted
• Abhängigkeit	→ beroende	↔ dependence — irresistible need
• Abhängigkeit	→ beroende	↔ dependence — state of being dependent

Computer vertaling door derden: