Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Abgang

Vertaal Abgang van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Abgang:
- utleverans; minska; minskning; lagerminskning
Wiktionary:
- Abgang → sorti, avgång, missfall, nedfart
- Abgang → avresa, avfärd, uppbrott, avsegling, start

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abgang (Duits) in het Zweeds

Abgang:

Abgang

Abgang
utleverans
- utleverans
Abgang (Lagerabgang)
minska; minskning; lagerminskning
- minska
- minskning [-en] zelfstandig naamwoord
- lagerminskning

Vertaal Matrix voor Abgang:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minskning	Abgang; Lagerabgang	Abnahme; Beschneidung; Einschränkung; Einsparung; Niedergang; Reduktion; Rückgang; Untergang; Verfall; Verkleinerung; Verminderung; Verringerung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
minska		abbauen; abkürzen; abnehmend; abschwächen; einschrumpfen; einschränken; fallen; fortnehmen; geringer werden; herabmindern; herabsetzen; herabwürdigen; kürzen; lindern; mildern; mindern; minimalisieren; mäßigen; nachlassen; niedriger machen; reduzieren; rückgängig machen; schlechter werden; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwindend; schwächen; senken; setzen; sinken; sparen; verkleinern; verknappen; verkürzen; vermindern; verringern; versiegen; wegnehmen; weniger werden; zurückdrehen; zurückgehen; zurückschicken; zurückschrauben; zurücksenden; zusammengehen
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lagerminskning	Abgang; Lagerabgang
minska	Abgang; Lagerabgang
utleverans	Abgang	Ausgang/Ausgabe; Ausstoß

Synoniemen voor "Abgang":

Absendung
Abdankung; Abdikation; Amtsabtretung; Amtsaufgabe; Amtsniederlegung; Ausscheiden; Demission; Rücktritt; Rückzug

Wiktionary: Abgang

Abgang

noun

Verlassen der Bühne in einem Theaterstück
- Abgang → sorti
Medizin: Fehlgeburt, Verlust der Leibesfrucht; Ausscheiden eines versteinerten Fremdkörpers
- Abgang → avgång; missfall
Verlassen einer Organisationseinheit; Rückzug eines Politikers, Mandatsträger, Würdenträgers
- Abgang → avgång
Weg, der nach unten führt; eine Treppe, eine Rampe die abwärts führt
- Abgang → nedfart

Cross Translation:

From	To	Via
• Abgang	→ avresa; avfärd; uppbrott; avsegling; start	↔ départ — moment précis de l'action de partir.