Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. mehrsprachig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor mehrsprachig (Duits) in het Zweeds

mehrsprachig:

mehrsprachig bijvoeglijk naamwoord

  1. mehrsprachig (vielsprachig)
    mångspråkig; mångspråkigt

Vertaal Matrix voor mehrsprachig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mångspråkig mehrsprachig; vielsprachig
mångspråkigt mehrsprachig; vielsprachig

Synoniemen voor "mehrsprachig":

  • mehrere Sprachen sprechend; multilingual; polyglott; vielsprachig

Wiktionary: mehrsprachig

mehrsprachig
adjective
  1. in mehreren Sprachen abgefasst
  2. mehrere Sprachen beherrschend

Cross Translation:
FromToVia
mehrsprachig mångspråkig; flerspråkig multilingual — pertaining to multiple languages
mehrsprachig flerspråkig; polyglott polyglot — Versed in, or speaking, many languages
mehrsprachig flerspråkig; polyglott polyglot — Containing, or made up of, several languages