Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: finnisch

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: finnisch

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Finnisch:
- finne; finländare
Wiktionary:
- finnisch → finsk
- finnisch → finsk, finländsk
- Finnisch → finska
- Finnisch → finska

Duits

Uitgebreide vertaling voor finnisch (Duits) in het Zweeds

Finnisch:

Finnisch [das ~] zelfstandig naamwoord

Finnisch
finne; finländare
- finne zelfstandig naamwoord
- finländare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Finnisch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
finländare	Finnisch	Finne
finne	Finnisch	Finne; Pickel; Pustel

Wiktionary: Finnisch

Finnisch

noun

Sprache, die vorwiegend in Finnland gesprochen wird und zum Finno-Ugrischen gehört
- Finnisch → finska

Cross Translation:

From	To	Via
• Finnisch	→ finska	↔ Finnish — language
• Finnisch	→ finska	↔ Fins — een taal die wordt gesproken in Finland
• Finnisch	→ finska	↔ finnois — langue parlée en Finlande.

Wiktionary: finnisch

finnisch

adjective

zum Volk der Finnen gehörig
- finnisch → finsk
die Sprache Finnisch betreffend
- finnisch → finsk
aus Finnland kommend, zu Finnland gehörig
- finnisch → finsk

Cross Translation:

From	To	Via
• finnisch	→ finsk; finländsk	↔ Finnish — of Finland
• finnisch	→ finsk	↔ Finnish — of the Finnish language
• finnisch	→ finsk	↔ Fins — betreffende Finland of het Fins

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor finnisch (Zweeds) in het Duits

finnisch: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}