Diesig: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

diesig:
- dimmigt; mulig; dimmig; disigt; suddigt; otydligt; ofokuserad; ofokuserat
Wiktionary:
- diesig → disig
- diesig → dimmig, disig

Duits

Uitgebreide vertaling voor diesig (Duits) in het Zweeds

diesig (neblig; vage; unbestimmt; flau; trübe; dunkel; fahl; verschwommen; dunstig; finster; trüb; schattenhaft)
dimmigt; mulig
- dimmigt bijvoeglijk naamwoord
- mulig bijvoeglijk naamwoord
diesig (neblig; dunstig)
dimmigt; dimmig; disigt
- dimmigt bijvoeglijk naamwoord
- dimmig bijvoeglijk naamwoord
- disigt bijvoeglijk naamwoord
diesig (verschwommen; grob; unscharf; dunstig; heiig)
suddigt; dimmigt; dimmig; otydligt; ofokuserad; ofokuserat
- suddigt bijvoeglijk naamwoord
- dimmigt bijvoeglijk naamwoord
- dimmig bijvoeglijk naamwoord
- otydligt bijvoeglijk naamwoord
- ofokuserad bijvoeglijk naamwoord
- ofokuserat bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dimmig	diesig; dunstig; grob; heiig; neblig; unscharf; verschwommen	nebelhaft; nebelig; neblig; unklar; verschwommen
dimmigt	diesig; dunkel; dunstig; fahl; finster; flau; grob; heiig; neblig; schattenhaft; trüb; trübe; unbestimmt; unscharf; vage; verschwommen	dumpf; dumpfig; dunkel; finster; grob; halblaut; nebelhaft; nebelig; neblig; schattenhaft; schwammig; trüb; trübe; unbestimmt; unklar; vage; verschwommen
disigt	diesig; dunstig; neblig	dampfformig; dunstformig; nebelig; schattenhaft; trüb; trübe; unbestimmt; unklar; vage; verschwommen
mulig	diesig; dunkel; dunstig; fahl; finster; flau; neblig; schattenhaft; trüb; trübe; unbestimmt; vage; verschwommen
ofokuserad	diesig; dunstig; grob; heiig; unscharf; verschwommen
ofokuserat	diesig; dunstig; grob; heiig; unscharf; verschwommen
otydligt	diesig; dunstig; grob; heiig; unscharf; verschwommen	bösartig; böse; dubios; dumpf; dumpfig; dunkel; düster; faul; finster; fraglich; fragwürdig; gemein; gespenstisch; glitschig; grob; gruselig; haarig; halblaut; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; häßlich; mies; morsch; mürbe; niederträchtig; obskur; schattenhaft; schmierig; schuftig; schwammig; teuflisch; trüb; trübe; unbestimmt; undeutlich; undurchsichtig; ungewiß; unheimlich; unklar; vage; verdächtig; verschwommen; verworren
suddigt	diesig; dunstig; grob; heiig; unscharf; verschwommen	nebelig; unklar; verschwommen

diesig

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• diesig	→ dimmig; disig	↔ foggy — obscured by mist or fog