Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. abpflücken:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abpflücken (Duits) in het Zweeds

abpflücken:

abpflücken werkwoord

  1. abpflücken
    plocka av
    • plocka av werkwoord (plockar av, plockade av, plockat av)

Vertaal Matrix voor abpflücken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plocka av abpflücken abkoppeln; aufbinden; aufhaken; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; entknoten; loshaken; lösen; rückgängig machen; tilgen; zurückdrehen

Synoniemen voor "abpflücken":


Wiktionary: abpflücken

abpflücken
verb
  1. transitiv: durch Zupfen von einer Pflanze abnehmen