Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Volk

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Volk

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Volk:
- folk; nation
Wiktionary:
- Volk → befolkning, folk, population
- Volk → folkslag, folk, stam

Duits

Uitgebreide vertaling voor Volk (Duits) in het Zweeds

volk:

Synoniemen voor "volk":

Völk; Völkerball; Zweifelderball; Entscheidung; Meisterschaft; Spiel; Turnier; Wettkampf

Volk:

Volk [das ~] zelfstandig naamwoord

Volk (Nation)
folk; nation
- folk [-ett] zelfstandig naamwoord
- nation [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Volk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
folk	Nation; Volk
nation	Nation; Volk	Land; Nation; Reich; Staat

Synoniemen voor "Volk":

Bevölkerung; Bewohner; Bürger; Einwohner; Bündelung; Clusterung; Gruppierung
Leute; Menschen; Personen
Nation; Leute; Menschen; Personen
breite Masse; Fußvolk
Ethnie; ethnische Gruppe; Ethnizität; Stamm; Volksgruppe
Gesellschaft

Wiktionary: Volk

Volk

noun

Leute desselben Staates
- Volk → befolkning; folk
zusammenlebende Gruppe gleichartiger Tiere
- Volk → population
Leute derselben Abstammung
- Volk → folk
nur Singular: die unteren und mittleren Schichten der Bevölkerung
- Volk → folk
Gruppe von Menschen mit einer gemeinsamen Kultur, Sprache und Geschichte
- Volk → folk
viele gleichartige Leute
- Volk → folk

Cross Translation:

From	To	Via
• Volk	→ folkslag; folk	↔ volk — de inwoners van een land
• Volk	→ folk	↔ volk — een groep mensen die een aantal dingen gemeenschappelijk hebben, zoals afstamming, taal, gewoontes of overlevering
• Volk	→ folk; folkslag	↔ people — a group of persons forming or belonging to a particular nation etc.
• Volk	→ stam	↔ tribe — group of people
• Volk	→ folk	↔ peuple — multitude d’hommes qui, vivre habituellement ensemble, partagent les mêmes coutumes.

Völk:

Synoniemen voor "Völk":

Völkerball; Zweifelderball; Entscheidung; Meisterschaft; Spiel; Turnier; Wettkampf