Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Tiefe:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tiefe (Duits) in het Zweeds

Tiefe:

Tiefe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Tiefe
    djup; svalg; avgrund
    • djup [-ett] zelfstandig naamwoord
    • svalg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • avgrund [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Tiefe (Niederung; Delle; Senkung; )
    djupgång

Vertaal Matrix voor Tiefe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgrund Tiefe Abgrund; Bergwerk; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Grube; Schlucht; Spalt; Spalte; Steinbruch
djup Tiefe
djupgång Bodensenkung; Delle; Einsenkung; Mulde; Niederung; Niedrigkeit; Senke; Senkung; Tiefe
svalg Tiefe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
djup Weh; eingehend; einschneidend; gedankenvoll; grundlegend; gründlich; herzlich; innig; tief; tiefgehend; tiefliegend; tiefschürfend; tiefsinnig; weise; zärtlich

Synoniemen voor "Tiefe":


Wiktionary: Tiefe

Tiefe
noun
  1. räumlich: Abstand/Erstreckung in der Senkrechten nach unten

Cross Translation:
FromToVia
Tiefe vidd; djup; färgdjup depth — vertical distance below a surface
Tiefe avgrund; gap abysse — géographie|fr région sous-marine très profonde, et plus particulièrement celle où ne parvenir plus la lumière solaire.
Tiefe avgrund; fördärv; outgrandlig abîme — géographie|fr gouffre très profond.
Tiefe grop; avgrund; bottenlöst hål; gap gouffrecavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.

Verwante vertalingen van Tiefe