Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Notar:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Notar (Duits) in het Zweeds

Notar:

Notar [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Notar
    notarius publicus
  2. der Notar
    notarie

Vertaal Matrix voor Notar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
notarius publicus Notar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
notarie Notar notariell

Synoniemen voor "Notar":

  • Jurist; Rechtsgelehrter; Rechtswissenschaftler; Volljurist

Wiktionary: Notar

Notar
noun
  1. unparteiischer Jurist, der Rechtsgeschäfte beurkundet und Unterschriften beglaubigt