Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gehäuse (Duits) in het Zweeds

Gehäuse:

Gehäuse [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gehäuse (UmhÜllung; Hülse; Verpackung; )
    förpackning; emballage; omslag; hölje
  2. Gehäuse (Verschlag; Box; Schachtel; )
    kartong; låda; förvaringslåda
  3. Gehäuse (Hülse; Verpackung; Packung; )
    förpackning; skal; omslag
    • förpackning [-en] zelfstandig naamwoord
    • skal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • omslag [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. Gehäuse (Hülse; Köcher; Büchse; Etui; Behälter)
  5. Gehäuse (Kerngehäuse)
    kärna
    • kärna [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gehäuse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emballage Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Verpackung
förpackning Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Packung; Produktverpackung und -aufmachung; Verpackung
förvaringslåda Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag
hölje Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung
kartong Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Karton; Pappdeckel; Pappe; Pappkarton; Pappschachtel
kärna Gehäuse; Kerngehäuse Butterfaß; Essenz; Fruchtkern; Innerste; Kern; Nuß; Stein; Wesen; Zentrum
låda Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Aufbewahungskarton; Behälter; Büchse; Dose; Gefäß; Karton; Kiste; Konserve; Lade; Schachtel; Schubfach; Schublade; Tresor; Verpackung; Vorratsdose
omslag Aufmachung; Büchse; Dichtung; Dose; Emballage; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Liderung; Packung; Schachtel; Spreu; UmhÜllung; Verpackung Albumbild; Auslese; Aussonderung; Auswahl; Binde; Einteilung; Jacke; Joppe; Plattenüberzug; Schallplattentasche; Schlinge; Sortierung; Umstellung; Verschiebung; kurze Jacke
rörformig behållare Behälter; Büchse; Etui; Gehäuse; Hülse; Köcher
skal Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kapsel; Karton; Kasten; Packung; Schachtel; Verpackung Chassis; Deckel; Design; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell; Kappe; Muschel; Rahmen; Schale; Skin
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kärna anschüren; bewegen; schüren; umruhren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- CAB-Datei
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
låda Kiste

Synoniemen voor "Gehäuse":


Wiktionary: Gehäuse

Gehäuse
noun
  1. Inneres von Kernobst
  2. Tor bei verschiedenen Sportarten
  3. Hülle zum Schutz von Geräten oder Tieren

Cross Translation:
FromToVia
Gehäuse kåpa; huv; hölje; hus; apparathölje; skal case — outer covering or framework of a piece of apparatus