Duits
Uitgebreide vertaling voor Antrieb (Duits) in het Zweeds
Antrieb:
-
der Antrieb (Motor; Antriebskraft; Triebkraft)
-
der Antrieb (Andrag)
krävande; ansättande; tillmanande-
krävande zelfstandig naamwoord
-
ansättande zelfstandig naamwoord
-
tillmanande zelfstandig naamwoord
-
-
der Antrieb (Antriebskraft; Schub; Triebkraft)
drivkraft; framdrivningskraft; framdrivande kraft-
framdrivningskraft zelfstandig naamwoord
-
framdrivande kraft zelfstandig naamwoord
-
der Antrieb (Leidenschaft; Geschlechtstrieb; Trieb; Leidenschaftlichkeit)
-
der Antrieb (Anregung; Impuls)
instinkter-
instinkter zelfstandig naamwoord
-
-
der Antrieb (Instinkt)