Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: werfen

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: werfen

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. werfen:
  2. Werfen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor werfen (Duits) in het Zweeds

werfen:

werfen werkwoord (werfe, wirfst, wirft, warf, warft, geworfen)

  1. werfen
    kasta
    • kasta werkwoord (kastar, kastade, kastat)
  2. werfen (abwerfen; schmeißen)
    släppa av någonstans
  3. werfen (schmeißen)
    kasta; slänga; kassera; hiva
    • kasta werkwoord (kastar, kastade, kastat)
    • slänga werkwoord (slänger, slängde, slängt)
    • kassera werkwoord (kasserar, kasserade, kasserat)
    • hiva werkwoord (hivar, hivade, hivat)
  4. werfen (schmeißen)
    ramla; falla över ända
    • ramla werkwoord (ramlar, ramlade, ramlat)
    • falla över ända werkwoord (faller över ända, föll över ända, fallit över ända)
  5. werfen (schmeißen; pfeffern)
    kasta; slänga; slunga
    • kasta werkwoord (kastar, kastade, kastat)
    • slänga werkwoord (slänger, slängde, slängt)
    • slunga werkwoord (slungar, slungade, slungat)

Conjugations for werfen:

Präsens
  1. werfe
  2. wirfst
  3. wirft
  4. werfen
  5. werft
  6. werfen
Imperfekt
  1. warf
  2. warfst
  3. warf
  4. warfen
  5. warft
  6. warfen
Perfekt
  1. habe geworfen
  2. hast geworfen
  3. hat geworfen
  4. haben geworfen
  5. habt geworfen
  6. haben geworfen
1. Konjunktiv [1]
  1. werfe
  2. werfest
  3. werfe
  4. werfen
  5. werfet
  6. werfen
2. Konjunktiv
  1. weürfe
  2. würfest
  3. würfe
  4. würfen
  5. würfet
  6. würfen
Futur 1
  1. werde werfen
  2. wirst werfen
  3. wird werfen
  4. werden werfen
  5. werdet werfen
  6. werden werfen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde werfen
  2. würdest werfen
  3. würde werfen
  4. würden werfen
  5. würdet werfen
  6. würden werfen
Diverses
  1. werf!
  2. werft!
  3. werfen Sie!
  5. geworfen
  6. werfend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor werfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta Schmeißen; Werfen; Wurf
ramla Fallen; Stürzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falla över ända schmeißen; werfen
hiva schmeißen; werfen schmeißen
kassera schmeißen; werfen abschaffen; abstellen; ausfallen lassen; ausrangieren; aussetzen; beseitigen; entfernen
kasta pfeffern; schmeißen; werfen abrutschen; abwerfen; aus Zink; durchfallen; durchrasseln; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; entledigen; fallen; galvanisieren; herabsacken; herunterrutschen; sausen; schmeißen; segeln; senken; setzen; sich von etwas entledigen; sickern; sinken; versenken; versinken; verzinken; zinken
ramla schmeißen; werfen herunterstürzen; hinunterstürzen
slunga pfeffern; schmeißen; werfen herunterwerfen; hinauswerfen
slänga pfeffern; schmeißen; werfen abrutschen; aus Zink; durchfallen; durchrasseln; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; entledigen; fallen; galvanisieren; herabsacken; herunterrutschen; los werden; reißen; sausen; schmeißen; segeln; senken; setzen; sich von etwas entledigen; sickern; sinken; versenken; versinken; verzinken; zerren; ziehen; zinken
släppa av någonstans abwerfen; schmeißen; werfen

Synoniemen voor "werfen":


Wiktionary: werfen

werfen
  1. etwas in eine bestimmte Richtung schleudern
Cross Translation:
FromToVia
• werfen → kasta ↔ cast — to throw forcefully
• werfen → kasta ↔ pitch — to throw
• werfen → kasta ↔ pitch — baseball: to throw the ball toward home plate
• werfen → projicera ↔ project — cast (image/shadow)
• werfen → kasta ↔ throw — to cause an object to move rapidly through the air
• werfen → kasta; vräka ↔ jeter — lancer avec la main ou de quelque autre manière.
• werfen → kasta ↔ projeter — Jeter, diriger en avant.

Werfen:

Werfen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Werfen (Jungen werfen)
    få ungar
  2. Werfen (Wurf)
    kasta
    • kasta [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Werfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
få ungar Jungen werfen; Werfen
kasta Werfen; Wurf Schmeißen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta abrutschen; abwerfen; aus Zink; durchfallen; durchrasseln; einnicken; einpacken; einsacken; einschlafen; einschlummern; einsinken; einstürzen; entledigen; fallen; galvanisieren; herabsacken; herunterrutschen; pfeffern; sausen; schmeißen; segeln; senken; setzen; sich von etwas entledigen; sickern; sinken; versenken; versinken; verzinken; werfen; zinken

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van werfen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0671 seconde
Page rendered in 1.0 seconds