Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
eingebildet:
- egetkär; arrogant; egoistiskt; självbelåten; självbelåtet; påhittat; fiktivt; fantiserat; imaginär; illusorisk; imaginärt; fantiserad; illusoriskt; överlägset; utmanande; högmodig; högmodigt; högdraget; inbillat; svekfullt; bedrägligt; bedräglig; svekfull; vilseledandet; dryg; drygt; förringandet; förringande; inbilsk; högfärdig; inbilskt; egenkärt; högfärdigt
-
Wiktionary:
- eingebildet → arrogant, imaginär, självgod, självbelåten, pretentiös
Duits
Uitgebreide vertaling voor eingebildet (Duits) in het Zweeds
eingebildet:
-
eingebildet (anmaßend; selbstgefällig; hochmütig; hoffärtig; überheblich; arrogant)
egetkär; arrogant; egoistiskt; självbelåten; självbelåtet-
egetkär bijvoeglijk naamwoord
-
arrogant bijvoeglijk naamwoord
-
egoistiskt bijvoeglijk naamwoord
-
självbelåten bijvoeglijk naamwoord
-
självbelåtet bijvoeglijk naamwoord
-
-
eingebildet (imaginär; phantastisch; fiktiv)
påhittat; fiktivt; fantiserat; imaginär; illusorisk; imaginärt; fantiserad; illusoriskt-
påhittat bijvoeglijk naamwoord
-
fiktivt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserat bijvoeglijk naamwoord
-
imaginär bijvoeglijk naamwoord
-
illusorisk bijvoeglijk naamwoord
-
imaginärt bijvoeglijk naamwoord
-
fantiserad bijvoeglijk naamwoord
-
illusoriskt bijvoeglijk naamwoord
-
-
eingebildet (arrogant; hochmütig; selbstgefällig; anmaßend; herablassend; stolz; eitel; überheblich; erhaben; aufgebläht)
-
eingebildet (fiktiv)
-
eingebildet (trügerisch; unwirklich; illusorisch; fiktiv)
svekfullt; bedrägligt; bedräglig; svekfull; vilseledandet-
svekfullt bijvoeglijk naamwoord
-
bedrägligt bijvoeglijk naamwoord
-
bedräglig bijvoeglijk naamwoord
-
svekfull bijvoeglijk naamwoord
-
vilseledandet bijvoeglijk naamwoord
-
-
eingebildet (stolz; hochmütig; hoffärtig; erhaben; eitel; überheblich; herablassend; arrogant; geringschätzig; selbstgefällig; aufgebläht; gönnerhaft; erniedrigend; geringschätzend)
dryg; drygt; överlägset; högmodig; förringandet; högmodigt; högdraget; förringande-
dryg bijvoeglijk naamwoord
-
drygt bijvoeglijk naamwoord
-
överlägset bijvoeglijk naamwoord
-
högmodig bijvoeglijk naamwoord
-
förringandet bijvoeglijk naamwoord
-
högmodigt bijvoeglijk naamwoord
-
högdraget bijvoeglijk naamwoord
-
förringande bijvoeglijk naamwoord
-
-
eingebildet (hochmütig; arrogant; selbstgefällig; eitel; herablassend; anmaßend; aufgeblasen; aufgebläht; dünkelhaft)
-
eingebildet (dünkelhaft; anmaßend; hochtrabend)
inbilsk; högfärdig; inbilskt; egenkärt; högfärdigt-
inbilsk bijvoeglijk naamwoord
-
högfärdig bijvoeglijk naamwoord
-
inbilskt bijvoeglijk naamwoord
-
egenkärt bijvoeglijk naamwoord
-
högfärdigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor eingebildet:
Synoniemen voor "eingebildet":
Wiktionary: eingebildet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eingebildet | → arrogant | ↔ arrogant — having excessive pride |
• eingebildet | → imaginär | ↔ imaginary — existing in imagination |
• eingebildet | → självgod; självbelåten | ↔ smug — irritatingly pleased with oneself; self-satisfied |
• eingebildet | → pretentiös | ↔ prétentieux — Qui a des prétentions, désireux d’attirer l’admiration d’autrui. |
Computer vertaling door derden: