Beweglich: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

beweglich:
- lös; flyttbar; flyttbart; rörligt; livlig; dynamisk; energiskt; livligt; dynamiskt
Wiktionary:
- beweglich → lös egendom, flyttbar, rörlig
- beweglich → mobil, flyttbar, rörlig, kvick, pigg, belevad, behändig, föränderlig

Duits

Uitgebreide vertaling voor beweglich (Duits) in het Zweeds

beweglich:

beweglich bijvoeglijk naamwoord

beweglich (mobil; nicht fest; versetzbar; transportabel; transportierbar; transportfähig)
lös; flyttbar; flyttbart; rörligt
- lös bijvoeglijk naamwoord
- flyttbar bijvoeglijk naamwoord
- flyttbart bijvoeglijk naamwoord
- rörligt bijvoeglijk naamwoord
beweglich (aktiv; lebendig; lebhaft; munter; quick)
livlig; dynamisk; energiskt; livligt; dynamiskt
- livlig bijvoeglijk naamwoord
- dynamisk bijvoeglijk naamwoord
- energiskt bijvoeglijk naamwoord
- livligt bijvoeglijk naamwoord
- dynamiskt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor beweglich:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
livlig		Herzhaftigkeit
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dynamisk	aktiv; beweglich; lebendig; lebhaft; munter; quick
dynamiskt	aktiv; beweglich; lebendig; lebhaft; munter; quick
energiskt	aktiv; beweglich; lebendig; lebhaft; munter; quick	aufgeweckt; dehnbar; drastisch; durchgreifend; eingehend; elastisch; energisch; entschieden; entschlossen; federnd; fest; forsch; gelenkig; gummiartig; intensiv; kraftvoll; kräftig; lebendig; lebhaft; munter; schlagfertig; spannkräftig; tatkräftig
flyttbar	beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar	aufzuheben; fahrbar; hebbar; transportabel; transportfähig; transportierbar
flyttbart	beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar	aufzuheben; fahrbar; hebbar; transportabel; transportfähig; transportierbar
livlig	aktiv; beweglich; lebendig; lebhaft; munter; quick	aufgeweckt; ausgelassen; energisch; feurig; forsch; fröhlich; glühend; heiter; inbrünstig; kraftvoll; kräftig; lebendig; lebhaft; leidenschaftlich; lustig; munter; schlagfertig; sehnlich; übermütig
livligt	aktiv; beweglich; lebendig; lebhaft; munter; quick	angenehm; aufgeweckt; ausgelassen; behaglich; energisch; feurig; forsch; fröhlich; gemütlich; gesellig; glühend; heiter; inbrünstig; kraftvoll; kräftig; lebendig; lebhaft; leidenschaftlich; lustig; munter; schlagfertig; schön; sehnlich; stimmungsvoll; vergnüglich; wohltuend; übermütig
lös	beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar	lose; nicht fest
rörligt	beweglich; mobil; nicht fest; transportabel; transportfähig; transportierbar; versetzbar

Synoniemen voor "beweglich":

agil; biegsam; elastisch; flexibel; flink; gewandt; mobil; unter Dampf stehen; variabel; wendig
bewegbar; freigängig; platzierbar; verschiebbar

Wiktionary: beweglich

beweglich

adjective

in der Lage, fortbewegen zu werden
- beweglich → lös egendom; flyttbar; rörlig
in der Lage, sich zu bewegen^[1] oder bewegt^[1] zu werden
- beweglich → rörlig

Cross Translation:

From	To	Via
• beweglich	→ mobil; flyttbar; rörlig	↔ mobile — capable of being moved
• beweglich	→ kvick; pigg; belevad; behändig	↔ versatile — capable of doing many things competently
• beweglich	→ föränderlig	↔ mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général).

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: beweglich

Uitgebreide vertaling voor beweglich (Duits) in het Zweeds

beweglich:

beweglich bijvoeglijk naamwoord

beweglich (mobil; nicht fest; versetzbar; transportabel; transportierbar; transportfähig)

beweglich (aktiv; lebendig; lebhaft; munter; quick)

Vertaal Matrix voor beweglich:

Synoniemen voor "beweglich":

Wiktionary: beweglich