Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- bestechlich:
-
Wiktionary:
- bestechlich → besticklig, mutbara
Duits
Uitgebreide vertaling voor bestechlich (Duits) in het Zweeds
bestechlich:
-
bestechlich
formbart; formbar; påverkningsbart-
formbart bijvoeglijk naamwoord
-
formbar bijvoeglijk naamwoord
-
påverkningsbart bijvoeglijk naamwoord
-
-
bestechlich (korrupt; käuflich)
Vertaal Matrix voor bestechlich:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fal | bestechlich; korrupt; käuflich | |
falt | bestechlich; korrupt; käuflich | |
formbar | bestechlich | |
formbart | bestechlich | beugsam; biegsam; biegungsfähig; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; faltbar; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; glatt; knetbar; nachgiebig; reibungslos |
korrupt | bestechlich; korrupt; käuflich | |
mutbart | bestechlich; korrupt; käuflich | |
påverkningsbart | bestechlich |
Synoniemen voor "bestechlich":
Wiktionary: bestechlich
bestechlich
adjective
-
bereit eine Bestechung anzunehmen, sich bestechen zu lassen
- bestechlich → besticklig; mutbara