Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bescheren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor bescheren (Duits) in het Zweeds

bescheren:


Synoniemen voor "bescheren":


Wiktionary: bescheren

bescheren
verb
  1. (transitiv) jemanden etwas zuteil werden lassen (materiell oder immateriell)
  2. zu Weihnachten die Geschenke verteilen