Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Storch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Storch (Duits) in het Zweeds

Storch:

Storch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Storch
    stork
    • stork [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Storch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stork Storch

Synoniemen voor "Storch":


Wiktionary: Storch

Storch
noun
  1. Ornithologie: (vornehmlich in feuchten Niederungen Nord- und Mitteleuropas lebender und oft auf Bäumen und Hausdächern nistender) großer, kräftiger, langhalsiger Stelzvogel (Ciconia) mit weißem und (braun)schwarzem Gefieder, einem sehr langen, zumeist roten Schnabel und langen, roten Beinen, der im Herbst n

Cross Translation:
FromToVia
Storch stork stork — large wading bird
Storch stork cigogneoiseau échassier migrateur aux longues pattes et au long bec droit (du genre w|Ciconia).