Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Relativpronomen:
    • Wiktionary:
      Relativpronomen → relativpronomen
    • Synoniemen voor "Relativpronomen":
      bezügliches Fürwort
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. relativpronomen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Relativpronomen (Duits) in het Zweeds

Relativpronomen: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Relativpronomen:


Synoniemen voor "Relativpronomen":

  • bezügliches Fürwort

Wiktionary: Relativpronomen


Cross Translation:
FromToVia
Relativpronomen relativpronomen betrekkelijk voornaamwoord — (grammatica, nld) een voornaamwoord dat een betrekkelijke bijzin inleidt.
Relativpronomen relativpronomen relative pronoun — pronoun that introduces a relative clause

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Relativpronomen (Zweeds) in het Duits

relativpronomen:

relativpronomen [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. relativpronomen (släkting; anhörig; familjemedlem)
    der Verwandte

Vertaal Matrix voor relativpronomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Verwandte anhörig; familjemedlem; relativpronomen; släkting arvinge; arvtagare; släkting

Wiktionary: relativpronomen

relativpronomen
noun
  1. Linguistik: deutsche Bezeichnung für Relativpronomen Duden. Die deutsche Rechtschreibung. 24., völlig neu bearbeitete und erweiterte Auflage. Dudenverlag, Mannheim/ Leipzig/ Wien/ Zürich 2006, Stichwort: „Bezüglich“. ISBN 3-411-04014-9 , Helmut Glück (Hrsg.), unter Mitarbeit von Friederike S

Cross Translation:
FromToVia
relativpronomen Relativpronomen betrekkelijk voornaamwoord — (grammatica, nld) een voornaamwoord dat een betrekkelijke bijzin inleidt.
relativpronomen Relativpronomen relative pronoun — pronoun that introduces a relative clause

Computer vertaling door derden: