Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Pfleger

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Pfleger

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Pfleger:
- bror; munk; klosterbroder
Wiktionary:
- Pfleger → vårdnadshavare, sjukskötare, vårdare
- Pfleger → sjuksköterska, förmyndare

Duits

Uitgebreide vertaling voor Pfleger (Duits) in het Zweeds

Pfleger:

Pfleger [der ~] zelfstandig naamwoord

der Pfleger (Bruder; Frater; Krankenpfleger; Klosterbruder; Sanitäter; Geistliche)
bror
- bror zelfstandig naamwoord
der Pfleger (Klosterbruder; Mönch; Klosterleute; Ordensbruder; Geistliche)
munk; klosterbroder
- munk [-en] zelfstandig naamwoord
- klosterbroder zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pfleger:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bror	Bruder; Frater; Geistliche; Klosterbruder; Krankenpfleger; Pfleger; Sanitäter
klosterbroder	Geistliche; Klosterbruder; Klosterleute; Mönch; Ordensbruder; Pfleger	Frater; Klosterbruder; Mönch; Ordensbruder
munk	Geistliche; Klosterbruder; Klosterleute; Mönch; Ordensbruder; Pfleger	Frater; Klosterbruder; Mönch; Ordensbruder

Wiktionary: Pfleger

Pfleger

noun

Rechtssprache: vom Vormundschaftsgericht bestimmte Vertrauensperson, die sich in manchen Fällen um die rechtlichen Angelegenheiten einer Person kümmert
- Pfleger → vårdnadshavare
Person, die jemanden pflegt
- Pfleger → sjukskötare; vårdare

Cross Translation:

From	To	Via
• Pfleger	→ sjuksköterska	↔ nurse — person trained to provide care for the sick
• Pfleger	→ förmyndare	↔ tuteur — Celui, celle à qui la tutelle confier.