Beobachtung: vertaling Duits

Duits

Uitgebreide vertaling voor Beobachtung (Duits) in het Zweeds

die Beobachtung (Befund; Erkenntnis; Erfahrung)
erfarenhet; upplevelse
- erfarenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- upplevelse [-en] zelfstandig naamwoord
die Beobachtung (Observation)
observation; beaktning
- observation [-en] zelfstandig naamwoord
- beaktning zelfstandig naamwoord
die Beobachtung (Anschauung; Wahrnehmung; Perzeption; Vertretung; Observation; Ansicht; Ansehen; Anschauen)
upptäckning; observation
- upptäckning zelfstandig naamwoord
- observation [-en] zelfstandig naamwoord
die Beobachtung
observation
- observation [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beaktning	Beobachtung; Observation
erfarenhet	Befund; Beobachtung; Erfahrung; Erkenntnis	Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis; Geübtheit; Praxis; Routine
observation	Anschauen; Anschauung; Ansehen; Ansicht; Beobachtung; Observation; Perzeption; Vertretung; Wahrnehmung	Anschauung; Ansicht; Beaufsichtigung; Beobachten; Bewachung; Kontrolle
upplevelse	Befund; Beobachtung; Erfahrung; Erkenntnis	Erfahrung; Erkenntnis; Erleben; Erlebnis
upptäckning	Anschauen; Anschauung; Ansehen; Ansicht; Beobachtung; Observation; Perzeption; Vertretung; Wahrnehmung	Erkundigung; Erkundung; Erkundungsfahrt; Erkundungsgang; Erkundungsgänge
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
erfarenhet		bewandert; erfahren; erfahrungsgemäß; fachmännisch; geschult; geübt; kundig; sachverständig; tüchtig

Beobachtung

noun

Befolgung (zum Beispiel von Vorschriften)
- Beobachtung → iakttagande
Ergebnis von [1]; das, was beobachtet wurde
- Beobachtung → observation; iakttagelse
kein Plural: gezielte, bewusste Untersuchung, Wahrnehmung von etwas
- Beobachtung → observation; iakttagelse

Computer vertaling door derden: