Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. implizit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor implizit (Duits) in het Zweeds

implizit:

implizit bijvoeglijk naamwoord

  1. implizit
    underförstått; implicit; outtalad; outtalat

Vertaal Matrix voor implizit:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
implicit implizit
outtalad implizit unausgesprochen
outtalat implizit unausgesprochen
underförstått implizit schweigend; still; stillschweigend

Synoniemen voor "implizit":


Wiktionary: implizit

implizit
adjective
  1. unausgesprochen mitgemeint, mitverstanden