Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ausrechnen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor ausrechnen (Duits) in het Zweeds

ausrechnen: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Spelling Suggesties voor: ausrechnen

  • Searching for suggestions...

ausrechnen:


Synoniemen voor "ausrechnen":


Wiktionary: ausrechnen

ausrechnen
verb
  1. meist reflexiv: etwas durch genaues Überlegen ermitteln; sich etwas vorstellen
  2. Mathematik: eine mathematische Operation ausführen, etwas berechnen

Cross Translation:
FromToVia
ausrechnen beräkna; räkna ut calculate — (transitive) to determine value
ausrechnen räkna ut; beräkna calculeren — rekenen

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Suggesties voor ausrechnen in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: ausrechnen

  • Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: