Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Staffel

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Staffel

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Staffel:
- stafettlopp; stafett; echelonggruppering; nivå; grad
Wiktionary:
- Staffel → säsong, grad, årstid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Staffel (Duits) in het Zweeds

Staffel:

Staffel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Staffel
stafettlopp; stafett
- stafettlopp zelfstandig naamwoord
- stafett [-en] zelfstandig naamwoord
die Staffel (Staffelstellung)
echelonggruppering; nivå; grad
- echelonggruppering zelfstandig naamwoord
- nivå [-en] zelfstandig naamwoord
- grad [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Staffel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
echelonggruppering	Staffel; Staffelstellung
grad	Staffel; Staffelstellung	Doktorentitel; Grad; Gradation; Maß; Niveau; Quantität; Rang; Schulnote; Skala; Stellung; Thermometergrad; Wärmegrad; Zahl; Zensur; Ziffer
nivå	Staffel; Staffelstellung	Abriß; Dimensionsebene; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Grad; Gradation; Höhe; Idee; Klasse; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Rang; Skala; Stellung; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
stafett	Staffel	Relais
stafettlopp	Staffel

Synoniemen voor "Staffel":

Staffellauf; Lauf; Rennen; Wettlauf; Wettlaufen; Wettrennen

Wiktionary: Staffel

Cross Translation:

From	To	Via
• Staffel	→ säsong	↔ season — a group of episodes
• Staffel	→ grad	↔ degré — espace compris entre deux marches d’un escalier.
• Staffel	→ säsong; årstid	↔ saison — division en quatre de l’année : printemps, été, automne et hiver.