Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Rat

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Rat

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Rat:
  2. raten:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. råt:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Rat (Duits) in het Zweeds

Rat:

Rat [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rat (Beraten; Ratschlag; Raten)
    råd; rådgivning; rådslag
  2. der Rat (Ratschlag)
    rådgivande församling

Vertaal Matrix voor Rat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
råd Beraten; Rat; Raten; Ratschlag Empfehlung; Ermahnung; Mahnung; Referenz; Tadel; Verwarnung; Zurechtweisung
rådgivande församling Rat; Ratschlag Beirat; Beratungsausschuß; Beratungsgremium
rådgivning Beraten; Rat; Raten; Ratschlag
rådslag Beraten; Rat; Raten; Ratschlag

Synoniemen voor "Rat":


Wiktionary: Rat

Rat
noun
  1. beratendes Gremium
  2. das einzelne Mitglied dieses Gremiums
  3. ohne Plural: Empfehlung, sich in einer bestimmten Weise zu verhalten
Cross Translation:
FromToVia
• Rat → råd ↔ advice — opinion recommended or offered, as worthy to be followed; counsel
• Rat → styrelse; råd ↔ council — committee that leads or governs
• Rat → maning; råd ↔ conseil — Traductions à trier suivant le sens
• Rat → rå; råda ↔ conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).

raten:

raten werkwoord (rate, rätst, rät, riet, rietet, geraten)

  1. raten (vorschlagen; suggerieren; zuraten; )
    föreslå; föreställa
    • föreslå werkwoord (föreslår, föreslog, föreslagit)
    • föreställa werkwoord (föreställer, föreställde, föreställt)
  2. raten (empfehlen; konsultieren)
    föreslå; rekommendera; råda
    • föreslå werkwoord (föreslår, föreslog, föreslagit)
    • rekommendera werkwoord (rekommenderar, rekommenderade, rekommenderat)
    • råda werkwoord (råder, rådde, rått)
  3. raten (empfehlen; vortragen; vorschlagen; vorbringen)
    råda; utse; rekommendera
    • råda werkwoord (råder, rådde, rått)
    • utse werkwoord (utser, utsedde, utsett)
    • rekommendera werkwoord (rekommenderar, rekommenderade, rekommenderat)
  4. raten (einflüstern; vorschlagen; anregen; )
    viska; viska i någons öra
    • viska werkwoord (viskar, viskade, viskat)
    • viska i någons öra werkwoord (viskar i någons öra, viskade i någons öra, viskat i någons öra)
  5. raten (empfehlen)
    rekommendera
    • rekommendera werkwoord (rekommenderar, rekommenderade, rekommenderat)
  6. raten (zuflüstern)
    snabba; slaga på

Conjugations for raten:

Präsens
  1. rate
  2. rätst
  3. rät
  4. raten
  5. ratt
  6. raten
Imperfekt
  1. riet
  2. rietst
  3. riet
  4. rieten
  5. rietet
  6. rieten
Perfekt
  1. habe geraten
  2. hast geraten
  3. hat geraten
  4. haben geraten
  5. habt geraten
  6. haben geraten
1. Konjunktiv [1]
  1. rate
  2. ratest
  3. rate
  4. raten
  5. ratet
  6. raten
2. Konjunktiv
  1. riete
  2. rietest
  3. riete
  4. rietenn
  5. rietet
  6. rieten
Futur 1
  1. werde raten
  2. wirst raten
  3. wird raten
  4. werden raten
  5. werdet raten
  6. werden raten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde raten
  2. würdest raten
  3. würde raten
  4. würden raten
  5. würdet raten
  6. würden raten
Diverses
  1. rat!
  2. ratet!
  3. raten Sie!
  5. geraten
  6. ratend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor raten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
föreslå anregen; ausmachen; bestimmen; empfehlen; ermessen; konsultieren; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen aufwerfen; bedeuten; darstellen; einbringen; einen Vorschlag machen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; suggerieren; unterbreiten; vorbringen; vorlegen; vorschlagen; vorsetzen; vorweisen; zur Rede bringen
föreställa anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen aufwerfen; vorschlagen; zur Rede bringen
rekommendera empfehlen; konsultieren; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen anempfelen; anpreisen; empfehlen
råda empfehlen; konsultieren; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen beherrschen; die Oberhand haben; dominieren; einen Rat geben; herrschen; schalten; vorherrschen; walten; überwiegen
slaga på raten; zuflüstern
snabba raten; zuflüstern
utse empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
viska anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten flüstern; lispeln; munkeln; säuseln; tuscheln; zischeln
viska i någons öra anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten

Synoniemen voor "raten":

  • anraten; ans Herz legen; empfehlen; nahelegen; Rat geben

Wiktionary: raten

raten
  1. versuchen, eine Antwort zu finden
  2. einen Rat geben / erteilen, empfehlen
Cross Translation:
FromToVia
• raten → råda ↔ advise — to give advice to; to offer an opinion; to counsel; to warn
• raten → gissa ↔ guess — to reach an unqualified conclusion
• raten → rå; råda ↔ conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).
• raten → gissa ↔ deviner — prédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Rat



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Rat (Zweeds) in het Duits

rät:


Synoniemen voor "rät":


Wiktionary: rät

rät
adjective
  1. kSt.|: Mathematik, von einem Winkel ausgesagt: 90 Grad messend
Cross Translation:
FromToVia
• rät → rechtwinklig ↔ right — perpendicular
• rät → aufrecht; direkt; gerade; gradlinig; unmittelbar; recht ↔ direct — Qui est droit, qui ne taire aucun détour.
• rät → rechts; gerade; aufrecht; direkt; gradlinig; unmittelbar; rechtwinklig; bieder; loyal; rechter; geradeaus ↔ droit — Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la

råt:

råt bijvoeglijk naamwoord

  1. råt (svårt; rå; grovt; sträng; strängt)
    rauh
    • rauh bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor råt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rauh grovt; rå; råt; sträng; strängt; svårt grov; grovt; hård; hårdhudad; hårdhudat; hårt; kall; kallt; karg; knottrig; knottrigt; ogästvänlig; ojämnt; rigit; råbarkat; rått; skrovlig; skrovligt; stel; stram; stramt; styvt; tuff; tufft; våldsamt

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Rat







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0702 seconde
Page rendered in 1.0 seconds