Boden: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Boden:
- golv; jordskorpa; jordbruksområde; jordbruksmark; grund; vinden; grundfärg
Wiktionary:
- Boden → vind, golv, botten, mark, jord
- Boden → bädd, botten, golv, mark, jord, tilja

Duits

Uitgebreide vertaling voor Boden (Duits) in het Zweeds

der Boden (Fußboden; Grund; Erde)
golv
- golv [-ett] zelfstandig naamwoord
der Boden (Bodenkrume; Grund)
jordskorpa
- jordskorpa [-en] zelfstandig naamwoord
der Boden (Acker; Grund)
jordbruksområde; jordbruksmark
- jordbruksområde zelfstandig naamwoord
- jordbruksmark zelfstandig naamwoord
der Boden (Grund)
grund
- grund [-ett] zelfstandig naamwoord
der Boden (Dachboden; Hängeboden; Speicher; Lagerboden)
vinden
- vinden zelfstandig naamwoord
der Boden (Grundfarbe; Basis; Grundlage; Fundament; Bodenschicht)
grundfärg
- grundfärg [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
golv	Boden; Erde; Fußboden; Grund
grund	Boden; Grund	Anlaß; Begründung; Beweggrund; Fundament; Fundierung; Grund; Grundierung; Motiv; Motivation; Ursache
grundfärg	Basis; Boden; Bodenschicht; Fundament; Grundfarbe; Grundlage	Begründung; Fundierung; Grundfarbe; Grundlage; Grundton
jordbruksmark	Acker; Boden; Grund	landwirtschaftliche Nutzfläche
jordbruksområde	Acker; Boden; Grund	Ackerbaugebiet; Ackerbaugegend; Lanbaugebiet
jordskorpa	Boden; Bodenkrume; Grund
vinden	Boden; Dachboden; Hängeboden; Lagerboden; Speicher
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grund		flach; nicht tief; oberflächlich; seicht; untief

Boden

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Boden	→ bädd	↔ bed — the bottom of a lake or other body of water
• Boden	→ botten	↔ bottom — the lowest part
• Boden	→ golv	↔ floor — lower part of a room
• Boden	→ mark; jord	↔ ground — soil, earth
• Boden	→ jord	↔ soil — mineral or organic material serving as a natural medium for the growth of land plants
• Boden	→ golv	↔ vloer — bodem van een ruimte in een gebouw
• Boden	→ golv; tilja	↔ plancher — ouvrage de charpente fait d’un assemblage de solives, recouvrir de planches former plate-forme sur l’aire d’un rez-de-chaussée, ou séparer deux étages d’un bâtiment.
• Boden	→ jord	↔ terre — sol sur lequel nous marcher, sur lequel les maisons construire, qui produire et nourrir les végétaux.