Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verreisen:
    • Wiktionary:
      verreisen → resa
    • Synoniemen voor "verreisen":
      wegfahren
    • Synoniemen voor "verreißen":
      herunterputzen; kein gutes Haar an etwas lassen; miesmachen; zerpflücken


Duits

Uitgebreide vertaling voor verreisen (Duits) in het Zweeds

verreisen:


Synoniemen voor "verreisen":


Wiktionary: verreisen


Cross Translation:
FromToVia
verreisen resa journey — to travel, to make a trip or voyage

verreißen:


Synoniemen voor "verreißen":

  • herunterputzen; kein gutes Haar an etwas lassen; miesmachen; zerpflücken